Aalst Zomer 1914

De Duitse inval in Aalst ter hoogte
van de Zwarte Hoekbrug op zondag 27
september 1914 werd gekenmerkt door
een explosie van brutaal geweld. Vanwege
een onverwacht verzet van de Belgische
troepen koelden de Duitse Landwehrsoldaten
hun woede op de burgerbevolking
op rechteroever. Huizen werden in brand
gestoken, buurtbewoners werden als
menselijk schild voor de troepen uitge-
stuurd terwijl anderen met geweerschoten
en bajonetsteken werden afgemaakt.
Ongeveer 35 burgers kwamen op die
bloedige zondag om.
Eén van deze slachtoffers was
Frans Xaveer Van den Driessche uit
de Bredestraat (geboren te Aalst op
5 september 1873). Deze vader van vijf
kinderen werd die bewuste 27 september
op gruwelijke wijze vermoord. Het verhaal
van Frans Xaveer was dankzij Petrus
Van Nuffels ‘Gedenkboek der Aalstersche
burgerlijke slachtoffers in den wereldoorlog
van 1914 – 1918’ genoegzaam bekend.
Toch kwam rond deze gebeurtenis
in de aanloop naar de tentoonstelling nog
nieuw materiaal naar boven. Naar aanleiding
van de door het stadsarchief van Aalst
georganiseerde inzameldag rond Wereldoorlog
I-materiaal op Erfgoeddag 2013
bracht mevrouw Solange De Smet, kleindochter
van Frans Xaveer, een op geluidsband
opgenomen ooggetuigenverslag mee
van haar vader, Theophiel Van den Driessche,
die als veertienjarige getuige was van de
moord op zijn vader. Theophiel vertelde
als 70-jarige man aan zijn kleinkinderen
hoe zijn vader werd meegenomen en hoe
hij neergeschoten en doorstoken werd met
een bajonet. Omdat Frans Xaveer op dat
ogenblik nog steeds niet dood was werden
uiteindelijk zijn handen afgehakt.