Kreeften in het Veerse Meer

Op het Veerse Meer varen nog twee beroepsvissers. Een van hen is Kees v.d. Kreeke uit Wolphaartsdijk. Zijn grootouders woonden in de voormalige pastorie op de Ring van Oud-Sabbinge. Lange tijd was dat het enige huis op het Ouweland met een telefoon. Sinds 1961 zet Kees v.d. Kreeke zijn fuiken en netten uit en vangt paling, bot en harder. Zijn vaste thuisbasis ligt bij de Veerhaven, ten noordoosten van Oud-Sabbinge. Bijna dagelijks is Kees v.d. Kreeke met zijn bemanning op het Veerse Meer te vinden.

De Zandkreek is in 1961 in het kader van de Deltawerken met de Veersegatdam afgesloten van de Noordzee en werd Veerse Meer. Dit betekent het einde van de Veerse vissersvloot. Een dag meevaren met Kees v.d. Kreeke is een dag genieten van het Veerse Meer en je verbazen over wat er allemaal komt kijken bij het plaatsen en leeghalen van de netten. Behalve paling worden er duizenden krabben gevangen (en teruggezet). Het Veerse Meer is er mee vergeven. Als bijvangst is er wat platvis, spiering, puitaal en een enkele vorskwab. Verder veel (steur)garnalen en kwallen. En zelfs een zeekat, het beestje dat in het voorjaar met miljoenen tegelijk de Oosterschelde opzoekt om te paren en daarbij op een toverachtige manier stemmingswisselingen toont door van kleur te veranderen.

Souveniers voor bouwvakkers

Evenals de andere broodvissers in Zeeland heeft ook Kees v.d. Kreeke veel last van vandalisme. Fuiken worden gestolen of vernield. Soms enkele tientallen per jaar. Vooral de laatste week van de bouwvakvakantie is berucht. Menige fuik gaat dan als illegaal souvenir mee naar huis. Om zich hier tegen de wapenen plaatst v.d. Kreeke de fuiken 's zomers blind, zonder boei die de lokatie aangeeft. De kleine fuiken legt v.d. Kreeke bijvoorkeur tussen de zeesla. Want dat is de plek waar de palingen zich graag ophouden: het is er beschut en onder de zeesla ligt en kruipt voedsel.

Ongekend helder water

Voorjaar 2004 is begonnen met het inlaten van vers Oosterscheldewater in het Veerse Meer. Met vloed stroomt zeewater de voormalige Zandkreek binnen. Met eb wordt met meststoffen vervuild zoet water (afkomstig uit de polders rond het Veerse Meer) afgevoerd naar de Oosterschelde. Het Veerse Meer is hierdoor in een jaar tijd veranderd van brak naar zout water. Het water is ongekend helder geworden. Aan zijn vangsten merkt Kees v.d. Kreeke nog weinig van de gewijzigde waterkwaliteit. Maar als het meezit gaat dat veranderen: de visser zet kreeft uit. Over een paar jaar, als de populatie groot genoeg is en de vergunningen zijn geregeld, moet de vangst van kreeft economisch rendabel worden. Totdan worden gevangen exemplaren genummerd voor onderzoek en teruggezet. Kees v.d. Kreeke hoopt dat 'zijn' kreeften niet naar de percelen van de concurrent uit Arnemuiden kruipen.