Paasklokken der Kathedraal aan den Amstel Glocken
Grootste neo-gothische Kerk van Nederland Church Bells
Solo G0 02:00
Plenum 02:55
D0 04:05
D0 - G0 - B0 - D1 - E1 - Fis1 - G1
Reconstructie, oorspronkelijk gelui onbekend.
MUZIEK:
Te Deum - Otto Olsson
KERK:
Deze rooms-katholieke parochiekerk, gelegen op de hoek van de Amsteldijk en de Ceintuurbaan, was de grootste kerk van architect Pierre Cuypers en daarmee de grootste neogotische kerk van Nederland. Ooit bedoeld om als kathedraal van Amsterdam te fungeren. Hoewel altijd onvoltooid gebleven, was dit de grootste neogotische kerk, die ooit in Nederland is gebouwd. Met een buitenwerkse lengte van 100 meter, een grootste breedte van 46,50 meter en hoogte van circa 60 meter was dit tevens het grootste kerkgebouw in Amsterdam.
De bouwpastoor van de nieuwe kerk heette J.D.G. Wubbe. Deze was heel ambitieus en wilde een zeer grote kerk met de afmetingen en de allure van een kathedraal. De kerk had tevens voorzien moeten worden van een processiepark, en had - eventueel - als kathedraal voor een nieuw te stichten bisdom Amsterdam kunnen dienen. Dit ging niet door, want de bisschopszetel ging als vanouds weer naar Haarlem.
De St. Willibrorduskerk van bouwpastoor Wubbe had het toonbeeld en symbool van de katholieke emancipatie in de hoofdstad moeten worden. Cuypers' ontwerp greep terug op de dertiende-eeuwse Franse gotiek, waarmee hij via zijn leermeester Viollet-le-Duc vertrouwd was geraakt.
Het had een grote driebeukige neogotische kruisbasiliek moeten worden, voorzien van een versmald en verlaagd koor met omgang, vieringtoren, vier hoektorens die de vieringtoren moesten flankeren, een hoofdportaal en twee hoge westtorens, opgezet volgens het ideaalontwerp van een Franse kathedraal.
De bouw van de enorme kerk begon in 1871. Twee jaar later is het eerste gedeelte van in gebruik genomen. De bouw duurde tot 1899. In 1924 is de vieringtoren voltooid, veel soberder en ook lager dan oorspronkelijk de bedoeling was. Oorspronkelijk was de bedoeling in totaal zeven torens te bouwen, maar dat lukte niet door geldgebrek.
Ook het interieur van de kerk toonde duidelijk de invloed van de Franse gotiek: zgn. bundelpijlers, kruisribgewelven, eenvoudig maaswerk in de ramen in het middenschip. De ramen van de zijbeuken waren zgn. lancetvensters zonder traceringen of maaswerk. Het interieur was bijna geheel uitgevoerd in schoonmetselwerk. De inventaris, zoals altaren en triomfkruis, kwam uit het atelier Cuypers & Stolzenberg te Roermond. De meeste gebrandschilderde glazen werden naar ontwerp van Cuypers & Stolzenberg gemaakt door de firma Nicolas te Roermond. De kruiswegstaties werden omstreeks 1900 gemaakt door de Amsterdamse kunstschilder J. Dunselman (1863-1931). Het hoofdorgel van de firma Adema kwam in de jaren 1920 tot stand. Ook was er een laatmiddeleeuws Marianum - twee figuren van Maria met de rug tegen elkaar met daaromheen stralen in de vorm van een rozenkrans - in de kerk aanwezig.
Pas in 1923 was er geld om de vieringtoren te bouwen, dankzij een royale gift van een vermogende parochiaan die zich ergerde aan het uitzicht op de nimmer afgebouwde kerk. Deze vieringtoren verrees toen naar een ontwerp van Cuypers' kleinzoon Pierre jr. (1891-1982), die inmiddels - samen met Joseph - het bureau van de in 1921 overleden grootvader had overgenomen. De achthoekige toren, voorzien van een balustrade, pinakels en een spits, werd veel soberder en ook lager dan oorspronkelijk de bedoeling was. Joseph Cuypers had eerder ook plannen voor de voltooiing van de kerk met de zes torens gemaakt, maar deze vonden nimmer doorgang. In 1966 werd de kerk gesloten en in de loop van 1970-1971 neergehaald. Ongeveer tien jaar later werd op de plaats van de kerk een verzorgingstehuis gebouwd.
ORGEL:
1923 : Het orgel wordt geplaatst door Joseph Adema. Van een aantal stemmen, met name de tongwerken, is het pijpwerk nog niet geplaatst. Ook is het front nog niet aanwezig.
1924 : Enkele tongwerken uit het atelier van Masure (Parijs) worden geplaatst.
1926 : Het orgelfront wordt afgebouwd. Geplaatst worden het restant van de Prestant 16' (discant dubbelkorig), een Diapason 8' (dik geintoneerde wijde Prestant op hoge winddruk op de sleep van de Ripiëno).
1944 : Het dubbelkoor van de Prestant 16' en de Diapason 8' worden verwijderd. De Unda Maris wordt vervangen door een Terst 1 3/5 vanaf klein c. De werkzaamheden worden uitgevoerd door Hubert Schreurs.
1949 : Adema's kerkorgelbouw van 1854, H. Schreurs : Afbouw van het orgel, hierbij worden tongwerken van Masure (Parijs) geplaatst.
1970/71 : Wegens sluiting en sloop van de kerk gaat het orgel bijna verloren. Dank zij de inspanningen van de Stichting tot behoud van het Willibrordorgel blijft het instrument gehouden en kan het worden geplaatst in de Kathedrale Basiliek St.-Bavo te Haarlem. Deze overplaatsing wordt verricht door Adema's kerkorgelbouw van 1855, Hubert Schreurs.
Информация по комментариям в разработке