Sus scrof, wild zwijn

Описание к видео Sus scrof, wild zwijn

Het wild zwijn is een krachtig zoogdier, dat qua uiterlijk veel op het varken lijkt. Het dier heeft een donkere borstelachtige vacht die 's winters langer is en hij heeft een dikke ondervacht. Het volwassen mannetje, keiler genaamd, heeft twee slagtanden, die door jagers "houwers" worden genoemd. Deze slagtanden zijn twee hoektanden in de onderkaak, die naar boven gericht staan. Ook de bovenste hoektanden zijn sterk ontwikkeld en wijzen omhoog. Over de borstkas heeft het mannetje een vier centimeter dikke laag kraakbeen, die dient als bescherming voor de longen en het hart in gevechten.
Mannetjes worden groter dan vrouwtjes. Een mannetje wordt gemiddeld 105 tot 167 centimeter lang, 64 tot 109 centimeter hoog en 33 tot 148 kilogram zwaar. De staart kan 17 tot 30 centimeter lang worden. In het oosten van Duitsland zijn mannetjes aangetroffen van bijna 200 kilogram zwaar en tot 185 centimeter lang. Het recordgewicht staat op 230 kilogram.[bron?]
Een vrouwtje wordt gemiddeld 100 tot 146 centimeter lang, 59 tot 89 centimeter hoog en 30 tot 80 kilogram zwaar. De staart van het vrouwtje wordt 16 tot 28 centimeter lang.
In het noorden van Europa worden zwijnen zwaarder dan in het zuiden. Door kruisingen met grote verwilderde varkens worden zwijnen zelfs nog groter. Oudere zwijnen zijn zwaarder dan jongere dieren. Het lichaamsgewicht is ook afhankelijk van de leefomstandigheden, in goede omstandigheden kan het gewicht vrij snel verdubbelen.
Gedrag
Een troep wilde zwijnen op zoek naar voedsel
Wilde zwijnen zijn in de schemering en 's nachts actief. Het zijn alleseters, ze eten voornamelijk plantaardig voedsel zoals eikels, kastanjes, knollen en groene plantendelen, maar ook dierlijk voedsel als aas, regenwormen, insectenlarven en knaagdieren. Er zijn meldingen dat ook hertenkalveren ten prooi vielen. Meestal wroeten ze met hun gevoelige snuit in de bosbodem. Door dit gewroet komt de minerale ondergrond vrij waardoor bepaalde zaden beter ontkiemen.
Wilde zwijnen leven in kleine groepen, "rotten" genaamd, bestaande uit vrouwtjes met hun jongen en één- en tweejarige zwijnen. Keilers leven daarentegen meestal solitair. Onvolwassen mannetjes kunnen zich soms in los groepsverband ophouden. Ze zijn redelijk honkvast. In Polen trekken de dieren in de lente uit de bossen naar maisvelden en andere landbouwgebieden, waar ze tot in de herfst blijven.
Zwijnen kunnen in gevangenschap 15 tot 20 jaar oud worden, in het wild 8 tot 10 jaar.
Voortplanting
De paartijd (bronst, rauschtijd) duurt van september tot maart.
De biggen, frislingen genoemd, worden geboren tussen februari en juni, na een draagtijd van 115 dagen. De meeste biggen worden in maart geboren. Zeugen krijgen maximaal 12 jongen per worp, dit komt overeen met het aantal tepels dat een zeug heeft. Meestal krijgen ze vier tot zeven jongen per worp. Oudere zeugen krijgen grotere worpen. Het aantal jongen is ook afhankelijk van de voedselsituatie en de conditie van de zeug in de periode van bevruchting. Meestal krijgt een zeug één worp per jaar, maar mocht de eerste worp vroeg verloren gaan, kunnen de zwijnen nog in de zomer een tweede worp krijgen. Tegen kou kunnen pasgeboren zwijntjes redelijk goed, maar niet tegen (veel) regen, zeker niet in combinatie met wind en lage temperaturen.
De biggen zijn bij de geboorte ongeveer 1,1 kilogram zwaar. Ze hebben horizontale strepen, ook wel "pyjama" genoemd, die dienen als camouflage. De strepen verdwijnen na drie tot vijf maanden. De jongen worden geboren in een door de moeder aangelegd nest, de "ketel". In dit nest blijven ze samen met hun moeder de eerste week van hun leven. Na een week sluiten moeder en jongen zich weer aan bij de oorspronkelijke groep. Als zwijnen jongen hebben kunnen ze agressief worden tegen mensen, mochten deze te dichtbij komen.
Na een jaar zijn de zwijnen geslachtsrijp. Ze worden in deze periode "overlopers" genoemd. Mannetjes zullen zich echter nog niet voortplanten. Bron Wikipedia

Camera en Montage Jos Vroegrijk

Комментарии

Информация по комментариям в разработке