Bokkenrijders Deel 1. Schrijver Pastoor J A Daniels

Описание к видео Bokkenrijders Deel 1. Schrijver Pastoor J A Daniels

Bokkenrijders in Landgraaf

Deel 1: Pastoor Daniels alias Sleinada

Landgraaf in de 18 e eeuw. De regio Zuid-Limburg en delen van Duitsland en België worden geteisterd door inbraken in kerken en grote boerenhoeves. Er ontstaat het idee van grote bendes die geld, goederen, kleding en levensmiddelen buitmaken. Men noemt ze Bokkenrijders.

Beste Jo. We staan hier in de kerk van Schaesberg, de Petrus en
Pauluskerk. Hier hebben ooit, ooit bokkenrijders overvallen
plaatsgevonden. Ja Jack. Op 10 april 1736 is hier een overval geweest. Toen hebben ze het tabernakel geforceerd, alle hosties over het altaar uitgestrooid en alle zilveren en gouden voorwerpen meegenomen.

Er is ook nog een tweede overval geweest? Klopt dat Jo?
Dat klopt Jack. Ja dat was in 1742 op de avond voor Allerheiligen op de toenmalige pastorie. Andries Consten uit Chévremont klopte aan bij de pastorie maar de dienstmaagd deed niet open. Bij het huis tegenover haalde hij een ladder om via het zolderraam bij de pastorie naar binnen te kunnen komen. De dienstmaagd begon daarop zo luid te schreeuwen en om hulp te roepen dat de hele buurt gealarmeerd werd en toen sloegen de dieven op de vlucht.

Jo, je noemt Andries Consten uit Chévremont die hier de overval
gepleegd had. Maar ik weet uit verhalen dat men gezegd heeft dat de
bokkenrijders uit tig tallen personen bestonden die een overval
gingen doen. Klopt dat?
Klopt. Daar heb je het dus weer. Bij deze verhalen ging het niet om
grote bendes maar kleine overvallen en het is ook nog maar de vraag of alle overvallen die aan bokkenrijders werden toegeschreven ook door bokkenrijders gepleegd zijn. We weten dat er toen ook velen onschuldig zijn gestraft. En zoals in dit geval er zijn heus wel mensen geweest die een overval hebben gepleegd maar of dat door bokkenrijdersbendes is gedaan, dat is een ander verhaal?

Jo, vanwege die twee overvallen zijn we natuurlijk niet perse naar
deze kerk gekomen? Er is toch ook wat anders wat hier gespeeld heeft? Iets belangrijkers. Dat willen we de mensen ook laten zien. Kom maar mee met de camera, dan laten wij u dat zien.
Jo, over de persoon Daniëls zal gegarandeerd meer te vertellen zijn.

Zo is het maar net Jack.
Pastoor Daniels werd op 2 september 1738 geboren en gedoopt in
Hoensbroek. Studeerde Godgeleerdheid aan het seminarie in Roermond en wordt daar in 1763 tot priester gewijd. Daarna is hij kapelaan in Hoensbroek en vanaf 1772 pastoor in de parochie van deze kerk. ​

Pastoor Johan Arnold Daniëls is vooral bekend onder zijn pseudoniem S.J.P. Sleinada. Als je de naam A. Daniëls achterstevoren leest kom je uit op Sleinada. De letters S.J.P. staan voor ‘pastoor in Scheydt’. In die tijd was er nog geen gemeente Schaesberg maar een dorpje Scheydt dat lag in de Heerlijkheid Schaesberg. Pas in het midden van de 19e eeuw ontdekte men wie zich achter dit pseudoniem zolang had weten te verschuilen.

In 1779 verscheen in Maastricht een boek met de lange titel:
OORSPRONG, OORZAEKE; BEWYS, en ONDEKKINGE VAN EEN GODLOZE BEZWOORNE BENDE, NAGTDIEVEN EN KNEVELAERS. De schrijver zegt afkomstig te zijn uit Meyland maar toch verbonden te zijn met de streek en geen ‘kladderadatsch’ te schrijven. Hij schreef als eerste een boekje over de bokkenrijders en dat boekje kwam uit, vlak nadat er een einde was gekomen aan de tweede bokkenrijdersperiode. Toen leefden er dus nog heel veel familieleden van bokkenrijders. In zijn boekje noemt hij de bokkenrijders niet bij de familienaam maar de voornaam plus de eerste letter van de familienaam of via hun bijnaam. Sleinada wilde de families de schande besparen.

Tot ver in de twintigste eeuw wordt dat ook door andere
schrijvers zo gedaan. Dat boekje heeft een grote rol gespeeld ondanks dat het nauwelijks verkrijgbaar is. Het is zeer lang door schrijvers gebruikt als leidraad voor historische werken over bokkenrijders. Het boekje geeft
een kijk in de gedachten wereld van de bovenlaag van de toenmalige samenleving over de bokkenrijders. Men was er stellig van overtuigd dat ze schuldig waren.

De auteur stelt: als er van de 30 veroordeelden misschien 20 nodig
zijn geweest om de inbraken te plegen en 10 zeggen onschuldig te zijn, dan moeten we niet de schurken geloven maar de rechters. We moeten bedenken dat het een andere tijd is met een andere vorm van rechtspraak. Afschrikking was heel belangrijk.
Overigens schrijft Daniëls aan het eind van zijn boekje; dat voor meelopers; heropvoeden en hard laten werken ook een optie is. En anders als soldaat of de gevangenis in. Maar de echte misdadigers, die moeten aan de galg.

Daniëls schreef het boekje uit boosheid over de teloorgang en de verloedering van de landen van Overmaas. Daartoe behoorde in die tijd ook de Heerlijkheid Schaesberg. Het boekje is opgedragen aan de drossaarden en schouten maar geeft de clerus en de moderne filosofen zoals Voltaire er flink van langs.

Комментарии

Информация по комментариям в разработке