Hollandaca'ya ilk adimlar [17: 'Kunnen' İlk Ders]

Описание к видео Hollandaca'ya ilk adimlar [17: 'Kunnen' İlk Ders]

Hollandaca'da ''Kunnen'' fiilinin kullanımını kavradığınızda, ''moeten'', ''zouden'', ''mogen'', ''willen'', ''zullen'', ''gaan'' gibi tüm modal fiilleri çok kolay öğreneceksiniz.

Yeni ders yöntemimizi beğendiniz mi? (Maalesef sınıfta ekstra yerimiz yok ama)

Teknik bir aksaklıktan dolayı kayıtta videomuz çıkmamış, idare edin artık :)


Ik kan het doen.
Ik kan het niet doen.
Ik kan het niet begrijpen.
Ik kan het nu niet doen.
Ik kan het vandaag niet halen.
Kun je het doen?
Kun je het vandaag doen?
Kun je het vandaag niet doen?
Kan ik iets doen?
Kan ik iets voor jou doen?
Kunnen we iets voor jou doen?
Ik kan het zien.
Ik kan het niet zien.
Ik kan niet zien.
Ik kan goed zien.
Ik kan het niet goed zien.
Kun je mij helpen?
Kunt u mij helpen?
Kan jij even helpen?
Kun jij morgen komen?
Kun je me volgen?
Ik kan je niet volgen.
Ik kan je niet goed volgen.
Wanneer kan ik beginnen?
Jij kan morgen beginnen.
Kunnen we eerder beginnen?
Kunnen we nu beginnen?
Kan ik morgen komen kijken?
Kan ik het morgen (komen) ophalen?
Je kan het morgen komen ophalen.
Kun je het adres sturen?
Kun je het adres delen?
Kun je mij jouw adres sturen?
Kan ik het adres?
Kan jij morgen?
Kan ik (hier) pinnen?
Kan ik contant betalen?
Kan je een tikkie sturen?
Kun je deur openen?
Ze kan heel goed tekenen.
Ze kan goed voetballen.
Kun je goed zwemmen?
Ik kan niet (heel) goed zwemmen.
Ik kan het proberen.
Kunnen we een keer proberen?
Kun je het geloven?
Ik kan het niet geloven.
Wij kunnen het niet begrijpen.
Ze kunnen het niet goed begrijpen.
Kun je mij goed verstaan?
Ik kan je niet goed verstaan.
Kan je wat langzamer praten aub?
Kun je (me) dat uitleggen?
Kun je dat herhalen?
Kun je het nog een keer zeggen?
Kun je wat harder praten?
Kunnen we morgen praten?
Kunnen jullie mij horen?
Kunnen jullie mij goed horen?
Kunnen jullie mij nu goed horen?
Kun je even wachten?
Ik kan je helaas niet helpen.
Ik kan morgen niet komen.
Hij kan goed koken.
Ik kan het niet vergeten
Ik kan het niet vinden/begrijpen/vertellen/doen/maken/kopen/repareren/fixen
Ik kan het niet krijgen.
Jij kan hier gratis parkeren.
U kunt daar plaatsnemen.
Kun je goed slapen.
Ik kan niet goed slapen.
Kunnen we (even) een pauze nemen?
Ik kan snel leren.
Kan ik je iets vragen?
Kunnen we iets vragen?
Ik kan misschien daar werken.
Ik kan hopelijk daar werken.
Kun je je even/kort voorstellen?
Ik kan om 9 uur daar zijn.
Kunnen jullie wat eerder (hier zijn)?
Kunnen we even bellen?
Ik kan nu niet praten.
Ik kan nu niet stoppen?
Kun je deur dichtdoen?

Комментарии

Информация по комментариям в разработке