[A2 - B1] Ders 30. Hollandacada ilgi Zamirleri-2. Relatieve Pronomen in het Nederlands-2

Описание к видео [A2 - B1] Ders 30. Hollandacada ilgi Zamirleri-2. Relatieve Pronomen in het Nederlands-2

Ik zit op een stoel. De stoel is kapot ========== De stoel waarop ik zit, is kapot
Aylin is een vrouw. Ik praat regelmatig met haar.
Aylin is een vrouw met wie ik regelmatig praat
Het boek waarover ik spreek, is interessant ‘spreken over’
Het huis waarnaar ik verhuis, is groot ‘verhuizen naar’
Het doel waaraan ik werk, is belangrijk ‘werken aan’
Dit is de film waarin de beroemde acteur speelt ‘spelen in’
Het is een vraag waarop ik geen antwoord kan geven ‘antwoord geven op’
Ik heb een horloge waarmee ik mijn hartslag kan meten ‘meten met’
Aylin is een vrouw met wie ik regelmatig praat ‘praten met’
De man over wie ik je vertelde, is mijn leraar ‘vertellen over’
Ik ben al 20 jaar samen met de vrouw van wie ik houd ‘houd van’
De persoon tegen wie ik speel, is sterk ‘spelen tegen’
De leraar voor wie ik een cadeau kocht, is jarig ‘kopen voor’
Het meisje naar wie ik zwaai, is mijn zus ‘zwaaien naar’
Ze heeft geen idee van wie ze het boek heeft gekregen ‘krijgen van’

Комментарии

Информация по комментариям в разработке